Zondag 20 oktober draait Jan Driessen twee films over Papoea Nieuw-Guinea en Kalimantan. Op het eiland Biak worden toeristen met dans en muziek ontvangen. Er is daar een grote vismarkt met bijzondere soorten. Jongens springen van de Wapsdori waterval om indruk te maken voor toeristen en wat centen te verdienen. Met een vlerk prauw gaan we naar het eilandje Japen en worden daar door de bewoners onthaald met een lekkere visbarbecue. Op de terugweg worden we overvallen door slecht weer, maar de schipper brengt ons veilig zonder radar of kompas terug. Daarna vliegen we van Biak naar het vaste land van Nieuw Guinea. Het vliegveld is in de oorlog door Japanners aangelegd en komt nu goed van pas. Elke avond worden er 200 vaten benzine gebracht en vracht mee terug genomen. We bezoeken de stad Manokwari hier had Generaal Mc. Arthur tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn hoofdkwartier. Vervolgens gaan we naar een sloppenwijk in het stadje Sentanie. Daarna vliegen we over de bergtoppen naar de Baliem vallei en gaan daar opzoek naar de Dani-stam die diep in het oerwoud woont. We rijden over smalle weggetjes en lopen over hangbruggetjes. Dan worden we plotseling met pijlen beschoten. Het zijn leden van de Lani-stam die in gevecht zijn met de Dani’s. Een mevrouw wordt gevangengenomen en afgevoerd. Na onderhandelen en betalen van losgeld wordt ze weer vrijgelaten en er wordt vrede gesloten Dit wordt bevestigd door middel van een krijgers dans. Dan worden we uitgenodigd om mee te eten van het gebraden varken. Vooraf wordt er een film gedraaid over Kalimantan, het grootste eiland van Indonesië.
